De begrippen, die in deze lijst worden verklaard, zijn grotendeels gebaseerd op de verklarende woordenlijst in het boek ‘De Zeven Provinciën van de hand van Kees Dik en zijn artikelen in het maandblad ‘De modelbouwer’.
De website ‘De VOC Site’ van de hand van de heer Jaap van Overbeek bevat naast uitgebreide VOC-informatie ook verklarende woordenlijsten aangaande scheepsbouwkunde uit de tijd waarin De Zeven Provinciën werd gebouwd.
-
a
- Apostel Een verlengde draaispant aan beide zijden van de voorsteven aan de voorzijde van de boeg. Beide apostelen sluiten de boegspriet op en geven deze zijdelingse steun.
-
b
- Bak Deel van het halfdek aan de voorzijde van het schip, overdekt door het bakdek . Vaak het verblijf van matrozen en bemanning met een lage rang.
-
v
- voorkasteel Deel van het halfdek aan de voorzijde van het schip, overdekt door het bakdek . Vaak het verblijf van matrozen en bemanning met een lage rang.
-
b
- bakberblijf Deel van het halfdek aan de voorzijde van het schip, overdekt door het bakdek . Vaak het verblijf van matrozen en bemanning met een lage rang.
- Bakdek Overdekking van de bak .
- Balkweger Zwaarder uitgevoerde wegers , waarop de dekbalken rusten.
- balkwager Zwaarder uitgevoerde wegers , waarop de dekbalken rusten.
- bandweger Zwaarder uitgevoerde wegers , waarop de dekbalken rusten.
- Berghout Een extra zware huidgang , beter gezegd een balk, die in de lengterichting als een soort hoepel tegen de spanten ligt en zo het langsverband van het schip versterkt. De berghouten zijn gepaard en volgen de zeeg van het schip. Ze zijn 8 duim dik (ca. 205 mm) en 16 duim breed (ca. 410 mm) en(...)
- barghout Een extra zware huidgang , beter gezegd een balk, die in de lengterichting als een soort hoepel tegen de spanten ligt en zo het langsverband van het schip versterkt. De berghouten zijn gepaard en volgen de zeeg van het schip. Ze zijn 8 duim dik (ca. 205 mm) en 16 duim breed (ca. 410 mm) en(...)
- Bouwraam Een raamwerk van 4 latten met een binnenmaat van 73 x 47 centimeter, dat gedurende de eerste bouwfase wordt gebruikt. Aan de binnenzijde is een tapse late aangebracht die het verloop van de kiel aangeeft. Op de lange zijden zijn de posities van de spanten van oprichting aangegeven. Op de korte(...)
- Buikstuk Deel van het spant dat de legger met een oplang verbindt.
-
z
- zitter Deel van het spant dat de legger met een oplang verbindt.
-
g
- Geschutpoort Opening in de romp voor het geschut. Een poort kan met een poortdeksel worden afgesloten. De afmetingen van een geschutpoort zijn afhankelijk van het kaliber van het geschut. Des te lager het dek des te zwaarder het kaliber.
-
h
- Halfdek Dek boven het verdek aan de achterzijde van het schip, tussen kuil - vlak voor de grote mast - en hekkebord . Deels verblijfplaats voor de officieren.
- Hekbalk Dwarsscheepse balk tussen spiegel en wulf aan de boven aan de voorzijde van de achtersteven.
- Hekkebord Het bovenste gebeeldhouwde deel van de achterzijde van het schip met in het midden het admiraliteitswapen, daaromheen de wapens van de zeven provincies en ter weerszijde twee leeuwen, die het geheel lijken vast te houden.
- hakkebord Het bovenste gebeeldhouwde deel van de achterzijde van het schip met in het midden het admiraliteitswapen, daaromheen de wapens van de zeven provincies en ter weerszijde twee leeuwen, die het geheel lijken vast te houden.
-
r
- rechte wulf Het bovenste gebeeldhouwde deel van de achterzijde van het schip met in het midden het admiraliteitswapen, daaromheen de wapens van de zeven provincies en ter weerszijde twee leeuwen, die het geheel lijken vast te houden.
-
h
- Huidgang De beplanking van de buitenzijde van de romp bestaat uit huidgangen , in het geval van De 7 Provinciën 4,5 duim dik. De breedte van een huidgang is maximaal 19 duim. Afhankelijk van de positie op de romp kan het nodig zijn een huidgang geheel of gedeeltelijk te versmallen of deze geleidelijk te(...)
-
s
- scheepshuid De beplanking van de buitenzijde van de romp bestaat uit huidgangen , in het geval van De 7 Provinciën 4,5 duim dik. De breedte van een huidgang is maximaal 19 duim. Afhankelijk van de positie op de romp kan het nodig zijn een huidgang geheel of gedeeltelijk te versmallen of deze geleidelijk te(...)
-
b
- beplanking romp De beplanking van de buitenzijde van de romp bestaat uit huidgangen , in het geval van De 7 Provinciën 4,5 duim dik. De breedte van een huidgang is maximaal 19 duim. Afhankelijk van de positie op de romp kan het nodig zijn een huidgang geheel of gedeeltelijk te versmallen of deze geleidelijk te(...)
-
j
- Jaagpoort De voorste geschutpoort op de overloop .
-
k
- Kabelgat Een ruimte in het voorschip, onder de overloop , waarin de ankerkabels op roosters werden opgeslagen. Ook ander touwwerk werd hier opgeslagen.
- Kim Ronding van de romp waar de onderzijde overgaat in de in de zijwand.
- Kimweger Zwaardere weger die in de kim ligt ter hoogte van de buikstukken .
- Kolderstok Een lang rondhout, waarmee het schip werd bestuurd. Bij de Zeven Provinciën geplaatst op het halfdek voor de stuurplecht . vanwaar het reikte tot onder de overloop en daar op de roerpen was bevestigd. De kolderstok scharnierde middels klos - ook wel 'bril' genoemd - die was ingelaten in het(...)
- kanterstok Een lang rondhout, waarmee het schip werd bestuurd. Bij de Zeven Provinciën geplaatst op het halfdek voor de stuurplecht . vanwaar het reikte tot onder de overloop en daar op de roerpen was bevestigd. De kolderstok scharnierde middels klos - ook wel 'bril' genoemd - die was ingelaten in het(...)
- Kuil Niet overdekte gedeelte op het breedste deel van het schip, tussen bakdek en halfdek
-
h
- hals Niet overdekte gedeelte op het breedste deel van het schip, tussen bakdek en halfdek
-
k
- Kuil Middelste deel of hals van het schip, tussen halfdek en bakdek , waar het verdek niet overdekt is.
-
l
- Legger Het onderste deel van een spant , dat dwars op de kiel ligt. Een legger op de voorsteven wordt ' wrang ' genoemd, in het achterschip 'pijkstuk' en de meest achterste worden 'willen' genoemd.
-
v
- vloerwrang Het onderste deel van een spant , dat dwars op de kiel ligt. Een legger op de voorsteven wordt ' wrang ' genoemd, in het achterschip 'pijkstuk' en de meest achterste worden 'willen' genoemd.
-
m
- Middelspant Middelspanten zijn de spanten met de grootste breedte. Ze staan op de 86,2 vt en de 100 vt ordinaat en hebben, evenals de tussenliggende spanten , dezelfde vorm en afmetingen.
-
g
- grootspant Middelspanten zijn de spanten met de grootste breedte. Ze staan op de 86,2 vt en de 100 vt ordinaat en hebben, evenals de tussenliggende spanten , dezelfde vorm en afmetingen.
-
o
- Oorspant Het spant op de 145 vt ordinaat , dat staat op de zogeheten 'knoop' van kiel en voorspant. Na dit spant begint de ronding van de boeg.
- Oplang Deel van het spant , dat de legger naar boven toe verlengd en de ronding van de scheepswand vorm geeft.
-
s
- staander Deel van het spant , dat de legger naar boven toe verlengd en de ronding van de scheepswand vorm geeft.
-
o
- Ordinaat Een denkbeeldige lijn, loodrecht op de waterlijnen in het verticale vlak, die wordt gebruikt om posities in de lengterichting van het schip aan te duiden. De aanduiding wordt in voeten vermeld. De 0 voet ordinaat raakt aan de bovenkant aan de achterzijde van de achtersteven. De 163 voet(...)
- Overloop Het onderste geschutdek van het schip. Op dit dek staat het zwaarste geschut. Dit dek strekt zich uit over de totale lengte van het schip. Onder het overloopdek bevindt zich vrachtruimte, het kabelgat en de hel, een kleine ruimte in het vooronder die onder meer in gebruik als cachot.
- overloopdek Het onderste geschutdek van het schip. Op dit dek staat het zwaarste geschut. Dit dek strekt zich uit over de totale lengte van het schip. Onder het overloopdek bevindt zich vrachtruimte, het kabelgat en de hel, een kleine ruimte in het vooronder die onder meer in gebruik als cachot.
-
r
- Rahout Bovenste dikkere houten lijst aan de romp, ter hoogte van het opperdek. Enigszins vergelijkbaar met een berghout . Bij oudere schepen de bovenste rand van de romp, waarop de ra's werden neergelaten. In het geval van De 7 Provinciën is boven het rahout aan voor en achterzijde van het schip nog(...)
- reehout Bovenste dikkere houten lijst aan de romp, ter hoogte van het opperdek. Enigszins vergelijkbaar met een berghout . Bij oudere schepen de bovenste rand van de romp, waarop de ra's werden neergelaten. In het geval van De 7 Provinciën is boven het rahout aan voor en achterzijde van het schip nog(...)
- Rantsoenhout Een hout tussen de achtersteven en de uiteinden van de hekbalk , aan stuur- en bakboord de uiterste zijde van de spiegel . Aan de zijde van de spiegel vlak en aan de zijde van de romp gekromd.
- rondsomhout Een hout tussen de achtersteven en de uiteinden van de hekbalk , aan stuur- en bakboord de uiterste zijde van de spiegel . Aan de zijde van de spiegel vlak en aan de zijde van de romp gekromd.
- Regeling Horizontale lijst op de toppen van de spanten , die boven de bovenste dekken een hekwerk vormen.
- Reling Horizontale lijst op de toppen van de spanten , die boven de bovenste dekken een hekwerk vormen.
-
s
- Scheerstrook Verbindt de grootste breedten van de spanten . In het brede deel van de romp loopt de scheerlijn tussen de onderste berghouten en volgt daarbij de zeeg van de romp. bij de boeg loop de scheerlijn plotseling op naar het hoogste punt aan de binnenkant van de voorsteven. In het spantenplan wordt(...)
- scheergang Verbindt de grootste breedten van de spanten . In het brede deel van de romp loopt de scheerlijn tussen de onderste berghouten en volgt daarbij de zeeg van de romp. bij de boeg loop de scheerlijn plotseling op naar het hoogste punt aan de binnenkant van de voorsteven. In het spantenplan wordt(...)
- scheerlijn Verbindt de grootste breedten van de spanten . In het brede deel van de romp loopt de scheerlijn tussen de onderste berghouten en volgt daarbij de zeeg van de romp. bij de boeg loop de scheerlijn plotseling op naar het hoogste punt aan de binnenkant van de voorsteven. In het spantenplan wordt(...)
- Slingerlijst Een in het horizontale en verticale vlak meermaals gebogen lijst, op de scheiding van bol wulf en hekkebord , juist onder de ramen van de kajuit.
- Spant Onderdeel van het geraamte van het schip. De spanten vormen als het ware de ribben van het schip. Het grootste deel van de spanten is U-vormig en bestaat uit een ' legger ', met aan de twee uiteinden een " oplang ", een " buikstuk ' en een ' stut '. Een oplang staat, verbonden door een buikstuk op de(...)
- Spanten van aanvulling De spanten die geplaatst - oftewel: 'aangevuld' - worden, nadat de spanten van oprichting geplaatst zijn.
-
i
- inhouten De spanten die geplaatst - oftewel: 'aangevuld' - worden, nadat de spanten van oprichting geplaatst zijn.
-
s
- Spanten van oprichting De spanten die als eerste worden geplaatst, oftewel: 'opgericht'. In de 18e eeuw ging het om 12 tot 20 spanten , in de 17 eeuw beduidend minder. Het spiegelspant, de middenspanten en het oorspant behoren tot de spanten van oprichting . De spanten van oprichting geven de contouren van de romp van(...)
- Spiegel De gewelfd-vlakke achterzijde van het schip onder de hekbalk , ter weerszijde van de achtersteven. Ook de totale achterzijde (van onderaf gezien: spiegel , wulf en hekkeboord) wordt wel als ' spiegel ' aangeduid.
-
o
- onderspiegel De gewelfd-vlakke achterzijde van het schip onder de hekbalk , ter weerszijde van de achtersteven. Ook de totale achterzijde (van onderaf gezien: spiegel , wulf en hekkeboord) wordt wel als ' spiegel ' aangeduid.
-
s
- Stut Deel van het spant , dat de oplangen verlengd en daarmee verbonden is. De stut ligt in het zelfde vlak als het buikstuk .
- Stuurplecht De voorste ruimte op het halfdek . Aan de achterzijde afgesloten door een schot met een deur, die toegang geeft tot de daarachter liggende voorhut en hut. Aan de voorzijde afgesloten door een gebogen schot, met een open doorgang waar aan beide zijden op ooghoogte openingen zijn aangebracht.
-
v
- Verdek Het dek boven het overloopdek . Het verdek loopt door over de gehele lengte van het schip en is een geschutdek voor geschut van middelzwaar kaliber.
-
b
- bovenste overloop Het dek boven het overloopdek . Het verdek loopt door over de gehele lengte van het schip en is een geschutdek voor geschut van middelzwaar kaliber.
-
v
- Vertuining Scheepswand boven het rahout , voor en achter de kuil , waarvan de dunnere beplanking gerabat is.
-
f
- fortuining Scheepswand boven het rahout , voor en achter de kuil , waarvan de dunnere beplanking gerabat is.
-
w
- Watergang Een zwaarder uitgevoerde dekplank, die aan de buitenzijde van een dek en tegen de binnenzijde van de spanten ligt. De functie van de watergang of waterloopsklos is om binnentredend water te geleiden en buiten het schip te lozen.
- waterloopsklos Een zwaarder uitgevoerde dekplank, die aan de buitenzijde van een dek en tegen de binnenzijde van de spanten ligt. De functie van de watergang of waterloopsklos is om binnentredend water te geleiden en buiten het schip te lozen.
- Waterlijn Een waterlijn is de denkbeeldige lijn in het horizontale vlak, vergelijkbaar met een hoogtelijn . De bovenkant van de onderzijde van het bouwraam valt samen met waterlijn 0. In de tekeningen, die het boek 'De Zeven Provinciën' vergezellen, worden meerdere waterlijnen aangegeven op een(...)
- Weger Beplanking aan de binnenzijde van de romp. Speciale wegers zijn: de balkweger , de kimweger en de weger op de watergang .
- wegering Beplanking aan de binnenzijde van de romp. Speciale wegers zijn: de balkweger , de kimweger en de weger op de watergang .
- Weger op de watergang Een zwaardere weger , waarvan de bovenzijde min of meer gelijk van met de onderzijde van de geschutpoorten . Zoals de naam aangeeft staat deze weger op de watergang van een dek. Otte Blom duidt deze weger aan als ' schoeweger '.
-
s
- schoeweger Een zwaardere weger , waarvan de bovenzijde min of meer gelijk van met de onderzijde van de geschutpoorten . Zoals de naam aangeeft staat deze weger op de watergang van een dek. Otte Blom duidt deze weger aan als ' schoeweger '.
-
w
- Worp Horizontale balk van de spiegel aan de achtersteven en tussen de rantsoenhouten .
- Wrang Andere benaming voor een legger . Deze benaming wordt gebruikt voor leggers die op de stevens zijn geplaatst.
-
l
- legger Andere benaming voor een legger . Deze benaming wordt gebruikt voor leggers die op de stevens zijn geplaatst.
-
w
- Wulf Het gedeelte van de achterzijde van het schip, tussen de (onder) spiegel en het hekkebord , bestaande uit een hol wulf aan de onderzijde en een bol wulf aan de bovenzijde. Het hekkebord wordt ook wel 'het rechte wulf ' genoemd.
-
z
- Zaathout Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
-
m
- middenzaathout Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
- midzaadhout Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
- midzaathout Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
-
k
- kolsum Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
-
t
- tegenkiel Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
-
b
- binnenkiel Brede, zware, langsscheepse, plank midscheeps over de leggers . Ook als middenzaathout , midzaadhout , midzaathout , kolsum en tegen- of binnenkiel bekend.
-
z
- Zandstrook De eerste (2 tot 3) huidgangen aan de onderzijde van de romp, die in de sponning van kiel, voor- en achterspant vallen.
- Zeeg Het verloop van de bocht van de romp over de grootste breedte van de spanten .
- Zijgalerij Uitbouw aan weerszijden van het hekkebord ter hoogte van de kajuit. Afgesteund met zogeheten consoles op het bovenste van de twee onderste berghouten . De zijgalerijen hadden een luik dat diende als uitkijkmogelijkheid. Deuren in de kajuit gaven toegang tot de zijgalerijen .Aan de achterzijde(...)
- Zonnedek Een niet-permanente verkapping boven het halfdek , voor de stuurplecht , bestaande uit zeildoek of dekplanken en bedoeld als bescherming tegen zon of regen.