1.   Samenvatting

Het plaatsen van de berghouten en het netjes beitsen daarvan bleek nog niet zo eenvoudig te zijn. De problemen die zich voordeden en de oplossingen die daarvoor zijn gevonden worden in dit onderdeel van de beschreven.

2.   Aanpak

Na het plaatsen van de spanten van oprichting en de boegspanten – op de voorgaande pagina beschreven – is het plaatsen van het onderste paar berghouten , de zandstroken en de spanten van aanvulling de volgende stap. Kees Dik geeft in zijn boek [BZP blz. 47, paragraaf 2.18] aan, dat oorspronkelijk de zandstroken als eerste werden aangebracht en vervolgens de spanten van oprichting werden geplaatst. Daarna werd de scheergang aangebracht en volgden de spanten van aanvulling .
In zijn artikelreeks [DM juni 1983, blz. 312] is aan de hand van de afbeeldingen 65, 66 en 67 goed te zien dat Kees Dik een andere volgorde heeft aangehouden. Na het plaatsen van de spanten van oprichting heeft hij de scheerstrook en de zandstroken aangebracht. Vervolgens heeft hij de scheerstrook door de onderste berghouten vervangen en daarna de spanten van aanvulling ingevoegd. In zijn boek [BZP hoofdstuk 9, blz. 170] geeft hij aan dat bij de bouw van het model in plaats van de scheerstrook direct de onderste berghouten worden geplaatst.
Daarom is bij de bouw van het model, zoals op deze website beschreven, deze aanpak gevolgd:

Hieronder wordt in detail op deze drie stappen ingegaan.

3.   Plaatsen onderste berghouten

Een belangrijke reden voor het plaatsen van de onderste berghouten bij het bouwen van het model is het vergroten van de stabiliteit van de romp in de langsrichting. Het aanbrengen van de berghouten vereist dat de spanten van oprichting zich in de juiste positie bevinden en dat ze loodrecht op de waterlijnen staan. Om dit mogelijk te maken is aan de hand van de bij het boek van Kees Dik gevoegde tekening ‘Reconstructie lijnenplan’ een mal gemaakt door het lengteprofiel van de romp ter hoogte van waterlijn 5 over te nemen op een triplex plaat en uit te zagen. Twee aluminium hoekprofielen zorgen ervoor dat de mal op het bouwraam bevestigd kan worden. Waterlijn 5 is hiervoor geselecteerd omdat deze zo dicht mogelijk onder de onderste berghouten ligt. De posities van de naar achteren (dus naar de spiegel ) gerichte zijden van de spanten van oprichting en de rechte boegspanten ten opzichte van 0 vt ordinaat zijn op de mal overgenomen (beeld onder).
mal voor het aanbrengen van de berghouten
De afstanden van de spanten van oprichting en de boegspanten tot de 0 vt ordinaat zijn in de onderstaande tabel vermeld.
positie spanten vanaf 0 vt ordinaat

3.1   De eerste (mislukte) poging

Bij de eerste poging is begonnen met het plaatsen van het onderste berghout . Hiertoe zijn aan de hand van de bij het boek van Kees Dik gevoegde tekening met het aanzicht op de buitenzijde van de romp van het schip (tekening ‘blad 5’), op de posities van de spanten van oprichting , de hoogten van de bovenkant van het onderste berghout ten opzichte van waterlijn 0 opgemeten en op de spanten afgetekend. Zoals aangegeven in het overzicht van het gebruikte modelbouwhout zijn de afmetingen van de onderste berghouten 8×16 duim, oftewel 2,64×5,28 mm op modelschaal. Het bleek praktisch te zijn hiervoor dubbel genomen beukenhouten strips van 1,5×5 mm te gebruiken. Het beukenhout is sterk en bij een dikte van 1,5 mm ook goed te buigen. Omdat de berghouten een bruin/zwarte kleur krijgen is het niet zichtbaar dat het afwijkt van het perenhout waarmee de romp boven de waterlijn wordt beplankt. De strips werden in drie delen aangebracht, die vóór het plaatsen in de juiste vorm waren gebogen. De buitenste strip kreeg twee schuine lassen.
Hierna werd op dezelfde wijze het bovenliggende berghout geplaatst.
Nadat de beide onderste berghouten in een zwart/bruine kleur waren gebeitst werd de ruimte tussen beide onderste berghouten opgevuld met huiddelen van 1,5 mm dik perenhout. Deze huidgang werd in drie lengtedelen verdeeld, die vóór het plaatsen werden gebogen en gebeitst in een eikenkleur. Vanwege het inpassen tussen beide berghouten is uitgegaan van perenhout met een breedte van 9 mm. Dit inpassen werd een mislukking. Het bleek onmogelijk een naadloze aansluiting te krijgen tussen de onderste berghouten en de daar tussen liggende huidgang . De conclusie was, dat de onderste berghouten en de tussenliggende huidgang verwijderd moesten worden en een tweede poging met een andere aanpak moest worden gedaan

3.2   Een alternatieve aanpak

De alternatieve aanpak houdt in, dat eerst een onderlaag van perenhout wordt aangebracht, gevormd door twee naast elkaar liggende stroken van 9×1,5 mm. De totale breedte van deze onderlaag wordt dan 18 mm, wat ongeveer de afstand is tussen de buitenste zijden (onder en boven) van de onderste berghouten . De berghouten worden dan gevormd door beukenhouten strips van 1,5×5 mm, die op de perenhouten onderlaag worden gelijmd. Het resultaat is samengestelde berghouten van 3×5 mm. Dit benadert de gewenste afmetingen van 2,64×5,28 mm op modelschaal. Voor het oog zal de afwijking van ongeveer 0,3 mm niet opvallen. De totale dikte van 3 mm kan kan door afschuren van de perenhouten onderlaag en de beukenhouten stroken van de berghouten worden teruggebracht tot ongeveer 2,64 mm.

3.3   Aftekenen van de zeeg

De onderste berghouten volgen de zeeg van het schip, behalve aan de voorzijde van de boeg, daar lopen beide berghouten bijna horizontaal. In het verticale vlak verlopen de berghouten in een flauwe boog, in het horizontale vlak volgen de berghouten het langsprofiel van de romp. De bij het boek van Kees Dik gevoegde tekening met het aanzicht op de buitenzijde van de romp van het schip (tekening ‘blad 5’) laat zien dat er tussen beide onderste berghouten twee huidgangen zijn opgenomen. Met uitzondering van de boeg valt de naad tussen deze twee huidgangen samen met de zeeg van het schip. Om deze lijn op het schip af te tekenen zijn kopieën op de juiste schaal gemaakt van het lijnenplan van de langsrichting van het schip (beelden onder).
lijnenplan, langszijde, achter lijnenplan, langszijde, voor
Voor de andere zijde van het schip zijn deze tekeningen gespiegeld. De tekeningen worden doorgeknipt op de streepjeslijn, die het midden van de ruimte tussen de onderste berghouten (grotendeels de zeeg ) aangeeft. Dat levert twee aftekenmallen op. Het aftekenen wordt gedaan door de mallen ter hoogte van waterlijn 5 te vouwen en op de mal voor waterlijn 5 te leggen (beeld onder).
aftekenen van het midden tussen de onderste berghouten

3.4   Berghouten buigen

Houtstroken kunnen, als ze vochtig zijn, door verwarming worden gebogen. De voor modelbouw in de handel zijnde elektrische strokenbuigers (ook wel plankenbuigers genoemd) zijn gebaseerd op het zelfde principe als een soldeerbout en hebben ook het uiterlijk van een soldeerbout. In plaats van de normale soldeerstift worden dan speciale hulpstukken gebruikt. In de praktijk blijkt een gewone soldeerbout ook te voldoen.
perenhouten strip, gebogen in het verticale vlak perenhouten strip, gebogen in het horizontale vlak
De perenhouten stroken, die als onderlaag voor de onderste berghouten worden gebruikt, moeten aan de achterzijde en in het midden van de romp in het verticale vlak worden gebogen (beeld boven links). Voor de voorkant van de romp moeten de stroken zowel in het verticale als het horizontale vlak worden gebogen (beeld boven rechts). Een goede aansluiting van de strips op de boeg van het schip wordt bereikt door de stroken eerst in het verticale vlak te buigen, waardoor de lengte van de zijkanten verschillend wordt. Vervolgens wordt de strook in horizontale vlak zodanig gebogen, dat de kortste zijkant aan de onderzijde komt. Het resultaat is, dat de onderzijde van de strip een kortere boog volgt dan de bovenzijde en daardoor tegen de naar onderen terugvallende kromming van de boeg komt te liggen. Dit geldt natuurlijk ook voor de beukenhouten stroken die, op de perenhouten stroken gelijmd, de berghouten moeten voorstellen en ook voor alle overige huidgangen .

3.5   Stappen van het buigproces

Het buigproces voltrekt zich dus in twee of drie stappen:

  • Eerst wordt het hout vochtig gemaakt door het ongeveer 20 minuten in lauw-warm water te weken.
  • Om een strip in het verticale vlak te buigen wordt deze op een plankje gelegd waarin twee spijkers zijn geslagen, die de positie van één uiteinde van de strip op het plankje fixeren. Met de ene hand wordt de strip gebogen terwijl met de andere hand de soldeerbout met het dikkere deel van de bout, daar waar het verwarmingselement zich bevindt, heen en weer wordt bewogen tot blijkt dat de strip niet meer terug beweegt (beeld links onder). Wanneer een sterkere kromming moet worden gerealiseerd, of wanneer een kromming over een grotere lengte gewenst is, wordt de strip tussen de spijkers opgeschoven, zodat de gewenste kromming in etappes wordt bereikt.
  • In het geval dat tevens in het horizontale vlak een kromming is gewenst, wordt gebruik gemaakt van dikkere plank waarvan een deel is uitgezaagd, dat ongeveer de contouren heeft van de gewenste kromming (beeld rechts onder). In het geval van de onderste berghouten is uitgegaan van de kromming ter hoogte van waterlijn 5 aan de voorzijde van de romp. De strip zo nodig voor het buigen opnieuw vochtig maken en buigen zoals bij stap 2 is beschreven.

  • houtstrook in het verticale vlak buigen houtstrook in het horizontale vlak buigen

    3.6   Plaatsen berghouten – onderlaag

    Eerst is de onderste perenhouten strook geplaatst. Deze raakt met de bovenste rand aan de op de spanten afgetekende zeeg . Om een natuurlijk effect te bereiken is de strook verdeeld in drie delen. Dit maakt ook het bevestigen op de spanten wat makkelijker (beeld links onder).
    onderste perenhouten strook geplaatst beide perenhouten stroken geplaatst
    Vervolgens is de bovenste perenhouten strook geplaatst (beeld rechts boven). De bovenste strook is in vier delen verdeeld.
    zelfgemaakt lijmklemmetje Voor het goed klemmen van de stroken op de spanten waren ook enkele zelfgemaakte klemmetjes nodig (beeld rechts). Met 4 mm boutjes is aan de klemmetjes zodanig vorm gegeven, dat ze tussen twee spanten geplaatst kunnen worden, mits er een tussenruimte van tenminste 4 mm is.
    Door schuren van de perenhouten stroken met grof schuurpapier (korrel 120) worden eventuele oneffenheden weggenomen. Daarna worden ze glad geschuurd, eerst met korrel 240, dan met korrel 320.

    3.7   Plaatsen berghouten – bovenlaag

    Van de bij het boek van Kees Dik gevoegde tekening met het aanzicht op de buitenzijde van de romp van het schip (tekening ‘blad 5’) worden mallen gemaakt voor het aftekenen van de berghouten . Het voorste en het achterste deel van de romp worden gescand en zodanig bewerkt, dat ze – op A4-papier afgedrukt – qua afmetingen exact overeenkomen met de tekening. Het resultaat wordt gebruikt voor het aftekenen van het verloop van de berghouten (beelden onder).
    romp, zijaanzicht achter romp, zijaanzicht voor
    aftekenen van de positie van de berghouten
    De berghouten worden in drie of vier lengten verdeeld, die met een schuine las met elkaar worden verbonden. Aan de hand van de bij het boek van Kees Dik gevoegde tekening met het aanzicht op de buitenzijde van de romp van het schip (tekening ‘blad 5’) is een tabel samengesteld met de afstanden van de bovenzijde van de onderste berghouten vanaf waterlijn 0 (beeld onder). Deze kan worden gebruikt om de hoogten van de berghouten te controleren en eventueel te corrigeren. Dit kan zowel voor als na het aanbrengen van de berghouten worden gedaan. Als de berghouten reeds zijn gelijmd, kunnen deze met enige moeite met behulp van een stainley mes worden losgepeuterd. De buiging kan worden gecorrigeerd door het te buigen gedeelte met water vochtig te maken, dit even te laten intrekken en het berghout dan op de juiste positie opnieuw te verlijmen en stevig vast te klemmen.
    hoogten onderste berghouten

    4.   Beitsen van de berghouten

    Uit beeld 66 in zijn artikelreeks [DM juni 1983, blz. 312] blijkt dat Kees Dik, direct na het aanbrengen van de onderste berghouten en de tussenliggende huidgangen , deze delen ook heeft gebeitst. Vermoedelijk om geklieder op huidgangen buiten de onderste berghouten te voorkomen. Ook in dit opzicht wordt zijn werkwijze gevolgd, alhoewel het duidelijk is dat in een later stadium delen van de onderste berghouten moeten wijken voor geschutpoorten .
    De berghouten worden bruin/zwart gebeitst, de tussenliggende huidgangen in een licht-eiken kleur (zie voor beits: I. Introductie, hoofdstuk 14 ). Aan stuurboordzijde is begonnen met het beitsen van de berghouten . Om geknoei op de tussenliggende huidgangen te voorkomen zijn deze met de bij schilderwerk gebruikelijke papier-achtige tape afgeplakt. Dat bleek een vergissing: de waterdunne beits drong door het plakband en kwam op de tussenliggende huidgangen terecht. De op de tussenliggende huidgangen doorgedrongen beits kon grotendeels met een radiaal staalborsteltje in de fijnboorslijper worden verwijderd. Daarna is voor het afplakken isolatieband gebruikt, omdat dit uit kunststof bestaat en dus geen vocht doorlaat (beeld onder).
    berghout, afgeplakt met isolatieband
    Vervolgens is aan bakboordzijde de werkwijze omgedraaid: eerst de tussenliggende huidgangen in een licht-eiken kleur beitsen; dan de tussenliggende huidgangen afplakken met isolatieband; waarna de berghouten in een bruin-zwarte kleur worden gebeitst (beeld onder).
    onderste berghouten en tussenliggende huidgangen, gebeitst